De vakantieregeling van de administratief medewerker en de internaatsmedewerker worden onderhandeld binnen het bevoegde lokale onderhandelingscomité.
De onderhandelde vakantieregeling moet wel rekening houden met volgende bepalingen.
Het bestuur kan de personeelsleden maar maximaal 12 dagen verplichten om te werken in:
- De zomervakantie (die begint op 1 juli en eindigt op 31 augustus).
- De herfstvakantie (die begint de maandag van de week waarin 1 november valt en één week duurt. Als 1 november op een zondag valt, dan begint de herfstvakantie op 2 november).
- De kerstvakantie (die begint de maandag van de week waarin 25 december valt en twee weken duurt. Als 25 december op een zaterdag of een zondag valt, dan begint de kerstvakantie de maandag na 25 december).
- De krokusvakantie (die begint de zevende maandag vóór Pasen en één week duurt).
- De paasvakantie (die begint de eerste maandag van april en twee weken duurt. Als Pasen in de maand maart valt, dan begint de paasvakantie de maandag na Pasen. Als Pasen na 15 april valt, begint de paasvakantie de tweede maandag vóór Pasen).
Opgelet:
- De laatste dag van een vakantieperiode telt niet mee om het voormelde maximum van 12 dagen te berekenen.
- Van de maximaal 12 dagen die verplicht kunnen worden, kunnen er maar maximaal 10 in de zomervakantie vallen.
Tijdens de zomervakantie heeft elk personeelslid hoe dan ook recht op een ononderbroken vakantie van 5 weken.
In de onderwijsinternaten die voorzien in bijkomende verblijfsdagen kan na onderhandelingen in het bevoegde lokale comité afgeweken worden van de algemene regeling.
Extra informatie
Verwante pagina's
Voor ouders
Onderwijspersoneel
Directies en administraties
Regelgeving
- BVR algemeen reglement gesubsidieerd vrij basis- en secundair onderwijs (6 juli 2012)
- BVR algemeen reglement gesubsidieerd vrij volwassenenonderwijs (6 juli 2012)