In 2012 niet minder, maar meer investeringen in basisonderwijs
Persbericht Kabinet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd,
Gelijke Kansen en Brussel
Woensdag 25 april 2012
Vanmorgen werd door Marc Van den Brande, secretaris-generaal van de
koepel van het katholiek onderwijs in de pers gesuggereerd dat er wordt
bespaard op de werkingsmiddelen voor het basisonderwijs. Minister Pascal
Smet ontkent dit ten stelligste en betreurt deze desinformatie en foutieve
interpretatie. “Het Vlaams basisonderwijs krijgt in 2012 niet minder, maar
meer werkingsmiddelen”. Waar in 2011 per leerling een werkingskost van € 692
werd uitgekeerd, is dat in 2012 opgetrokken naar € 700. Bovendien vloeit er
heel wat geld naar het Vlaamse basisonderwijs door een bijkomende indexering
van de lonen en zal er vanaf september 2012 voor € 52,7 miljoen extra
geïnvesteerd worden via het nieuwe omkaderingssysteem dat 1300 extra
leerkrachten voorziet.
In de eerste begrotingscontrole van het
budget 2012 besliste de Vlaamse Regering om alle werkingsmiddelen in de
verschillende beleidsdomeinen niet te indexeren. Er werd een uitzondering
gemaakt voor onderwijs: 60 % van de werkingsmiddelen van de scholen werd wel
geïndexeerd. Minder dan de verhoopte 100%, maar wel substantieel meer dan
andere beleidsdomeinen. Dus misschien minder dan verwacht (707€ bij 100%
indexering) maar nog altijd meer t.o.v. 2011 (700 ipv 692€/leerling).
In het laatste decennium zijn de werkingsmiddelen in het basisonderwijs
trouwens substantieel verhoogd. Veel meer dan een loutere indexering. Tussen
2004 en vandaag zijn de werkingsmiddelen verhoogd van € 422 naar € 700. Bij
een volledige indexering zou dat € 707 zijn geweest. Vanaf 1 september wordt
bovendien bovenop het reguliere budget € 52,7 miljoen extra geïnvesteerd in
de omkadering van het basisonderwijs. Dit is goed voor 1.300 extra
leerkrachten en dit zal zeker een positief effect hebben op het welbevinden
van leraren. Dit zijn uitzonderlijke inspanningen in deze moeilijke
budgettaire tijden.
“De werkingsmiddelen steeds weer koppelen aan de
maximumfactuur is overigens eveneens een vorm van desinformatie”, aldus
Pascal Smet. Systematisch stelt men het voor alsof scholen om het even wat
mogen doorrekenen aan de ouders binnen de maximumfactuur, terwijl niets wat
rechtstreeks bijdraagt aan het realiseren van de eindtermen en
ontwikkelingsdoelen mag doorgerekend worden aan de ouders in het kader van
de dubbele maximumfactuur. “Werkingstoelagen en de maximumfactuur kunnen dus
nooit communicerende vaten zijn”.