Reactie op arrest Grondwettelijk Hof Franstalige scholen in Rand
Persbericht Kabinet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd,
Gelijke Kansen en Brussel
Donderdag 29 juli 2010
In een eerste reactie op het arrest van het Grondwettelijk Hof inzake het
interpretatief decreet herinnert Vlaams Minister van Onderwijs Pascal Smet eraan
dat het de bedoeling van het Vlaams Parlement was om duidelijkheid te
krijgen over de regelgeving inzake de Franstalige scholen in de Rand. De
Minister onderstreept dat er later nog een arrest ten gronde moet komen
aangezien het hier om een schorsingsverzoek ging.
De Minister stelt vast dat het Grondwettelijk Hof weldegelijk de bevoegdheid van
de Vlaamse Gemeenschap erkent om de ontwikkelingsdoelen en eindtermen,
alsook de voorschriften inzake leerlingenbegeleiding vast te stellen, en de
leerplannen goed te keuren voor het onderwijs in het Nederlandse taalgebied,
waartoe ook de Franstalige scholen in de Rand behoren. Dit is een belangrijk
principe.
De Minister neemt akte van de vaststelling dat, bij ontbreken van een
gemeenschappelijk akkoord tussen de Vlaamse en Franstalige Gemeenschap, de
Franstalige inspecteurs bevoegd zouden zijn om deze Vlaamse regelgeving na te
gaan maar stelt ook vast dat zij hun rapportage moeten doen aan de Vlaamse
Gemeenschap wat tot op heden door hun niet gebeurde.
De Minister wenst verder juridisch te analyseren wat de mogelijkheid
betreft voor de Vlaamse Regering om al dan niet afwijkende leerplannen
goed te keuren.
De Minister onderlijnt dat hoe dan ook hij al eerder had verklaard dat een
redelijke tijd aan de Franstalige Randscholen zou gegeven worden om een
afwijking aan te vragen, dat de Vlaamse Regering uiteraard rekening zal houden
met het specifieke karakter ervan bij de beoordeling van de leerplannen en dat
de medewerkers van het bevoegde CLB Frans moeten beheersen een logisch
gevolg is van de eigenheid van de Franstalige scholen.