Basis voor eerlijker inschrijvingsbeleid in Brussel
Persbericht Kabinet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd,
Gelijke Kansen en Brussel
Vrijdag 11 juni 2010
De ischrijvingen in het Brussels onderwijs voor het volgende schooljaar verliepen moeilijk. De minister kondigde toen aan dat er spoedig een aantal maatregelen getroffen zouden worden om de volgende inschrijvingsperiode beter te laten verlopen. Met de stemming, gisteren, van Onderwijsdecreet XX in de commissie van het Vlaams Parlement nemen we die maatregelen.
Tot nu geldt de regel dat een schoolbestuur pas een school kan oprichten, indien er binnen de 2 km geen andere school van het zelfde net is. Dat maakte het moeilijk om bijvoorbeeld in Brussel bijkomende scholen op te richten. De regel die gisteren werd gestemd zegt dat, in gebieden waar een hoge bevolkingsdensiteit is, scholen kunnen opgericht worden op een afstand van 250 meter van een andere school van hetzelfde net
De afstandregel die we aanpassen zorgt voor nieuwe scholen, maar ook bestaande scholen die hun capaciteit vergroten worden geholpen. Normaal worden de leerlingen geteld op 1 februari van het vorig schooljaar om het aantal leerkrachten te bepalen in het huidige schooljaar. Als een school dus sterk uitbreidt, heeft ze te weinig leerkrachten. Dat wordt aangepakt met een hertelling op 1 oktober. Scholen die sterk uitbreiden krijgen dus onmiddellijk de leerkrachten die ze nodig hebben.
Er is bij de vorige inschrijvingsperiode veel discussie geweest over de voorrang voor Nederlandstaligen. Her en der waren er berichten van mensen die claimden thuis Nederlands te spreken en daardoor onterecht voorrang verwierven bij de inschrijving. Dat probleem wordt eveneens aangepakt met een wijziging van de regelgeving in Onderwijsdecreet XX. De verklaring op eer dat thuis Nederlands wordt gesproken, wordt vervangen door een controleerbaar bewijs. Voortaan zullen ouders die voorrang vragen moeten kunnen bewijzen dat Nederlands kennen. Dat kan door een diploma secundair onderwijs van het Nederlandstalig onderwijs, een bewijs dat men 9 jaar Nederlandstalig onderwijs heeft gevolgd of door een examen (bij Selor of het Huis van het Nederlands) dat een voldoende kennis van het Nederlands aantoont.
Tot dit schooljaar was de groep Nederlandstaligen die aanspraak kon maken op deze voorrangsregel vastgelegd op 45% van de schoolgrootte. Vanaf volgend schooljaar is dat percentage opgetrokken tot 55%. De reden voor die verhoging is dat we zeker willen zijn dat de Nederlandstaligen effectief een plek vinden in een Nederlandstalige school.
Deze maatregelen worden aangevuld met de verlenging van de mogelijkheid om via een website of een call center aan te melden. De regels worden echter vereenvoudigd. Voor het basisonderwijs geldt enkel nog de chronologie van aanmelden en de afstand van de woonplaats en de werkplaats van een van de ouders. Voor het secundair onderwijs geldt enkel nog de volgorde van aanmelden en mag voorrang gegeven worden aan een die kinderen die in de basisschool zaten, verbonden aan de secundaire school.
“We denken dat deze vereenvoudigingen en extra mogelijkheden om scholen op te richten of te vergroten de druk op het Brussels Nederlandstalig onderwijs wat verminderen.”, aldus Minister Pascal Smet. “We zullen de effecten van deze maatregelen van nabij zal opvolgen en volgend jaar verder bijsturen na de evaluatie van het GOK-decreet.”
Meer inlichtingen:
Jeroen Janssens, woordvoerder
Jeroen.janssens@vlaanderen.be