Voorstel om scholenbouw te financieren met volkslening
Persbericht Kabinet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd,
Gelijke Kansen en Brussel
Maandag 1 november 2010
Investeren in de samenleving van morgen.
In het Vlaamse regeerakkoord werd overeengekomen om een formule te ontwikkelen om particulieren spaarproducten aan te bieden, en die middelen in te zetten om maatschappelijke projecten versneld te realiseren. sp.a-parlementslid John Crombez werkte in dat verband eerder een voorstel van ‘volkslening’ uit. Vlaams Minister van Begroting Philippe Muyters gaf afgelopen weekend te kennen werk te zullen maken van deze piste.
sp.a-fractieleider John Crombez heeft van bij de start van deze legislatuur een formule voorgesteld om enerzijds voldoende middelen vrij te maken voor maatschappelijke projecten en anderzijds en tegelijkertijd te zorgen veilige spaarproducten. Minister President Kris Peeters reageerde daar in december 2009 al positief op. Op federaal niveau en als gemeenschapssenator diende Crombez tevens, samen met senator Johan Vandelanotte, een federaal wetsvoorstel (16/10/’09) in om de volkslening wettelijk mogelijk te maken. Bij de bespreking van het voorstel werd een hoorzitting gehouden met onafhankelijke specialisten, die toonden zich voorstander van het initiatief.
“De economische recessie heeft heel wat spaarders pijn gedaan. Vandaag zitten zij met een grote onzekerheid over hoe ze hun spaargeld op een verantwoorde manier kunnen beleggen. De overheid daarentegen wordt meer dan ooit geconfronteerd met de vraag naar heel wat investeringen, ondermeer in scholenbouw. Met die bijkomende investeringen kan ze niet alleen maatschappelijke meerwaarde creëren; ze kan er ook de economie terug mee aanzwengelen. Het is in ieders belang dat we die twee partijen bij elkaar brengen door een overheidswaarborg te voorzien bij uitgifte van die producten. Precies op dat punt kondigde minister Muyters dit weekend aan stappen te zullen ondernemen. Ik heb als volksvertegenwoordiger vorm gegeven aan een wettelijk kader en ik zie vandaag dat bij alle meerderheidspartijen de geesten rijp zijn om nu ook tot actie over te gaan.”, aldus Crombez.
Ook Vlaams Minister Pascal Smet toonde zich eerder al voorstander van dit soort alternatieve financieringsmethoden. In juni 2010 rondde de Minister een erg moeilijke DBFM-operatie af die een aanzienlijk deel van de achterstand in scholenbouw en –renovatie moest wegwerken. Maar het was van in het begin duidelijk dat er nog bijkomende inspanningen moesten worden geleverd. De achterstand die in de afgelopen decennia werd opgebouwd bedroeg immers ettelijke miljarden. Het principe van de volkslening lijkt Minister Smet alvast een uitstekende manier om bijkomende middelen naar de scholenbouw te leiden zonder de begroting te bezwaren. “Ik kan me geen betere investering indenken dan het onderwijs van onze kinderen. Hun talent is de enige ‘grondstof’ die wij als samenleving hebben. Als we mensen de kans kunnen geven om hun spaargeld op een veilige en rendabele manier kunnen laten beleggen in de school van hun kinderen of kleinkinderen dan denk ik dat iedereen daarmee een stap vooruit zet. Dit is sociale vooruitgang avant la lettre.”
Ook op het Europees niveau woedt de discussie over dergelijke formules volop. Enerzijds is er de vraag om te zorgen voor een degelijk begrotingsbeleid. Maar iedereen is er zich zeer van bewust dat dit beleid niet mag leiden tot een vertraging van de economie en een toename van de werkloosheid. Er viel dit kwartaal bijvoorbeeld op te tekenen dat de Belgische economie opnieuw enigszins vertraagde, mede door de besparingsplannen in de ons omringende landen. Vandaar dat minister Muyters ook terecht wijst op het belang van deze discussie op Europees niveau, waar de begrotingsmaatregelen ook hand in hand zouden moeten gaan met economische coördinatie. Dit soort voorstellen kunnen daar alleen maar bij helpen.
Vlaams Minister van Begroting Philippe Muyters schaarde zich afgelopen weekend in een interview in De Tijd achter het principe van de ‘volkslening’. John Crombez is uiteraard erg tevreden met de verklaringen van Muyters maar toch wijst hij erop dat een plan maar zo goed is als de manier waarop het wordt uitgevoerd. “Het voordeel voor de spaarders bestaat uit 2 elementen. Allereerst is er de overheidswaarborg. Maar daarnaast moeten we de spaarders ook een lange termijn aantrekkelijk rendement kunnen verzekeren. Ik ben van oordeel dat we daarom moeten werken aan de oprichting tot een privaatrechterlijke beheervennootschap die rendement creëert door efficiëntiewinsten.”