Persbericht kabinet Vlaams minister van Onderwijs, 19 februari 2019
Een goede score op de ijkingstoets burgerlijk ingenieur (architect) heeft een voorspellende waarde voor het verdere studiesucces. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) dat vandaag door Vlaams minister van Onderwijs bekend wordt gemaakt. Meer dan drie kwart van de studenten in spe die een hoge score halen op de ijkingstoets slaagt na het eerste jaar burgerlijk ingenieur en haalt binnen drie jaar het bachelordiploma. Daarnaast werden ook de resultaten van de eerste editie van de verplichte niet-bindende toelatingsproef voor de bachelors burgerlijk ingenieur en burgerlijke ingenieur architect onderzocht. 1.158 leerlingen uit het 6de jaar secundair onderwijs namen in 2018 deel aan de proef voor burgerlijk ingenieur en 273 aan de proef voor burgerlijk ingenieur architect. Uit deelname blijkt dat de sociaaleconomische status van de student geen invloed heeft op de resultaten om met de opleiding te starten. Deelnemers geven aan dat de score hen aanzet om zelf meer inspanningen te leveren.
Sinds dit academiejaar (2018-2019) is er een verplichte niet-bindende toelatingsproef voor de opleidingen burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur architect. Vanaf volgend academiejaar zal dat voor de bachelor dierengeneeskunde ook het geval zijn.
De voorbije jaren werd al een dergelijke proef afgenomen, maar die was nog niet verplicht. De verplichte niet-bindende toelatingsproeven zijn bedoeld om de studiekeuze te versterken en vormen een tweede stap in het studiekeuzeproces na de oriënteringsproef Columbus op het einde van het secundair onderwijs. Studenten die een verplichte niet-bindende toelatingsproef afleggen, komen met realistische verwachtingen aan de start, weten waar ze extra op moeten werken en kunnen zo hun kansen op meer studiesucces vergroten. Ook voor andere opleidingen wordt met een soortgelijke proef gewerkt, maar die is niet verplicht. Een overzicht staat op www.ijkingstoets.be
Goed gescoord op ijkingstoets: drie kwart haalt na drie jaar bachelordiploma
Op basis van resultaten op de ijkingstoetsen (die voor de invoering van de verplichting werden afgenomen) burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur architect van de voorbije jaren (2013-2018) heeft de VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) een rapport gemaakt. Het rapport toont duidelijke verschillen aan in het studiesucces tussen studenten die laag (<10/20), gemiddeld (10-13/20) of goed (>=14/20) scoren op de ijkingstoets. Die verschillen zijn duidelijker bij de studie burgerlijk ingenieur. 76% van degenen die een hoge score halen op de ijkingstoets slagen na het eerste jaar. Ook na 3 jaar zien we dezelfde resultaten. 74% van degenen die een goede score haalden op de ijkingstoets halen na 3 jaar het bachelordiploma. Wie geen goede score haalt op de ijkingstoets haalt ook geen goede score na één jaar in de opleiding en na 3 jaar in de opleiding. Zo is slechts een derde van degenen die een slecht resultaat halen op de ijkingstoets, na één jaar geslaagd en maar 28% na drie jaar geslaagd.
Ook voor burgerlijk ingenieur architect is het zo dat wie een hoge score haalt op de ijkingstoets, goede studieresultaten haalt. Meer dan tweederde van wie op de ijkingstoets burgerlijk ingenieur architect een hoge score haalt, haalt goede resultaten na één jaar. Ook de resultaten na 3 jaar zijn beter voor wie goed gescoord heeft op de ijkingstoets. De helft van de leerlingen die een hoge score gehaald hebben op de ijkingstoets haalt het diploma na drie jaar, terwijl dat voor wie slecht scoort maar een derde is.
Goede score wiskunde en eindresultaat secundair voorspelt studiesucces
Sinds dit academiejaar wordt in de opleiding burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur architect met een verplichte niet-bindende toelatingsproef gewerkt. Voorheen was het niet verplicht om de proef af te leggen, nu moeten studenten die de opleiding willen starten die proef wel verplicht afleggen, maar het resultaat is niet bindend. Op basis van resultaten op de proef, in de jaren toen die nog niet verplicht was, werd ook onderzocht wat de voorspellende waarde is van resultaten in het secundair onderwijs. Goede resultaten voor wiskunde en een goed globaal eindresultaat in het secundair onderwijs voorspellen dat een student een goed studieresultaat zal halen. Bij beide proeven komen de meeste deelnemers uit de richting wetenschappen-wiskunde, gevolgd door latijn-wiskunde.
Bijna 8 op de 10 deelnemers in 2018 van de verplichte niet-bindende toelatingsproef burgerlijk ingenieur is man, bij burgerlijk ingenieur architect is iets meer dan de helft vrouw. Bij burgerlijk ingenieur is er geen verschil tussen de resultaten van mannen en vrouwen, bij burgerlijk ingenieur architect scoren vrouwen vaker laag dan mannen.
In het rapport werd ook onderzocht of de achtergrond van de deelnemer een invloed heeft op de resultaten. De sociaaleconomische status van de deelnemers werd bekeken aan de hand van het al dan niet ontvangen van een studietoelage en het diploma van de moeder. 11% van de deelnemers aan de proef burgerlijk ingenieur heeft een kwetsbare achtergrond, voor burgerlijk ingenieur architect is dat 10%. Het rapport toont aan dat er in de resultaten geen verschil is tussen studenten met of zonder kwetsbare achtergrond.
Op basis van die eerste verplichte editie kunnen we voorlopig stellen dat er niet enkel een voorspellende waarde voor het studieresultaat is maar ook voor het inschrijven in de opleiding zelf. Deelnemers met een lage score schrijven minder vaak in voor de opleiding dan deelnemers met hogere scores. Het doel van de proef is dan ook om jongeren een spiegel voor te houden. Wat wordt van hen verwacht tijdens de opleiding en hoever staan ze om eraan te starten. Het effect is duidelijker bij de proef burgerlijk ingenieur (slechts 56,8% schrijft toch in als ze een slecht resultaat halen) dan bij burgerlijk ingenieur architect (75,8% schrijft in bij een slecht resultaat).
Verplichte niet-bindende toelatingsproef activeert studenten
Deelnemers geven aan dat de verplichte niet-bindende toelatingsproef hen aanzet om zelf meer inspanningen te leveren. Meer dan de helft geeft aan zich meer in te zetten tijdens het academiejaar, een derde zegt zijn of haar kennis zelf aan te scherpen en een vierde past zijn studiemethode aan. Een derde van de deelnemers neemt deel aan de proef om na te gaan hoe hun voorkennis is en de afstemming daarvan op de opleiding. 6 op de 10 zegt dat het de verplichting is die hen ertoe aanzet. Deelnemers met een lage score hebben zich vaker niet voorbereid dan die met een hoge score. 30% van degenen met een lage score hebben geen voorbereiding gedaan voor de toets.
Vlaams minister van Onderwijs: “De invoering van de verplichte niet-bindende toelatingsproeven in het hoger onderwijs is een onderdeel van ons beleid om de studiekeuze van jongeren te versterken. Op het einde van het secundair onderwijs is er de oriënteringsproef Columbus, de verplichte niet-bindende toelatingsproeven zijn een tweede stap daarin. De resultaten die aangetoond worden op basis van de ijkingstoetsen die de voorbije jaren al werden afgenomen, tonen aan dat het studiekeuzeproces inderdaad versterkt wordt én studenten geactiveerd worden om bepaalde kennis bij te werken. Ook voor dierengeneeskunde wordt vanaf volgend academiejaar een verplichte niet-bindende toelatingsproef georganiseerd. Dat is van groot belang. Met die proeven willen we jongeren een spiegel voor houden, hen tonen wat er verwacht wordt, hoever ze staan en kunnen ze met al deze informatie hun studie beter aanvatten.”