Op basis van weersvoorspellingen berekent Elia, de netbeheerder van het Belgische hoogspanningsnet, 7 dagen op voorhand de kans op een stroomtekort.
Elia informeert en stelt maatregelen voor aan de ministers van Energie en Economie en aan het crisiscentrum van de FOD Binnenlandse Zaken.
- Eerst sensibiliseren
- Desnoods verplichtingen opleggen
- Daarna pas het afschakelplan
- Weer aanschakelen in fasen
Eerst sensibiliseren
De eerste maatregel is sensibilisering. Iedereen wordt opgeroepen om extra spaarzaam met elektriciteit om te gaan, vooral tijdens piekmomenten, 's avonds tussen 17 en 20 uur.
Desnoods verplichtingen opleggen
De overheid kan ook verplichtingen opleggen, voor openbare verlichting, privé-inrichting, huishoudelijke activiteiten en openbare gebouwen.
Onderwijsinstellingen zijn openbare gebouwen. De overheid kan verplichtingen opleggen voor ventilatie, airco, verwarming, binnen- en buitenverlichting, liften ...
Levert dat voldoende energiebesparing op, dan is een afschakeling misschien niet nodig.
Daarna pas het afschakelplan
Dreigt er toch een algemene stroomuitval, dan treedt een afschakelplan in werking.
België is in dat afschakelplan opgedeeld in 8 schijven. Eerst wordt schijf 8 afgeschakeld, als dat niet voldoende is schijf 7, enzovoort.
Volgt er later een nieuwe afschakeling, dan komen eerst de andere schijven aan de beurt. Zo worden niet altijd dezelfde mensen getroffen.
Een straat kan in verschillende schijven voorkomen als ze door verschillende stroomcabines wordt gevoed.
Een afschakeling gebeurt tussen 17 en 20 uur omdat de vraag naar stroom dan het grootst is.
Weer aanschakelen in fasen
Niet alle elektriciteit komt op hetzelfde moment weer beschikbaar. Weer aanschakelen gebeurt in fasen, om het elektriciteitsnet niet opnieuw te overbelasten.
Weer aanschakelen kan tot 2 uur duren. Het kan dus dat je tijdens een afschakeling in totaal 5 uur lang zonder stroom zit, van 17 tot 22 uur.
Prioritaire afnemers krijgen eerst weer stroom: ziekenhuizen, hulpverleningscentra en provinciale crisiscentra.
Onderwijsinstellingen zijn geen prioritaire afnemers en krijgen dus geen voorrang.