Besluiten onderwijsinspectie over BUSO-school uit Vlaams-Brabant
Persbericht Kabinet Vlaams minister van Onderwijs en
Vorming
15 mei 2009
Zopas maakte de onderwijsinspectie haar verslag over het voorval in de BUSO-school uit Vlaams-Brabant over aan onderwijsminister Frank Vandenbroucke. De inspectie besluit als volgt (letterlijk citaat):
- Er werden voorafgaand aan de feiten signalen gegeven over onvoldoende draagkracht door de betrokken leerkracht en door andere leerkrachten.
- Hierop werd niet adequaat gereageerd door de schoolleiding.
- De werkpunten die tijdens de doorlichting werden opgegeven en die in dit verband ook een betekenis hebben, zijn onvoldoende onderkend en opgevolgd.
- Ook na bekendmaking van de feiten werd onvoldoende professioneel en doortastend gereageerd.
De doorlichting [opm: de inspectie verwijst hiermee naar een doorlichting van twee jaar geleden] heeft werkpunten aangereikt en bepaalde verbeteringen opgelegd. De ontsporing die naar aanleiding van de klacht bekend raakte is ernstig en kan niet enkel worden herleid tot het functioneren van een leerkracht. Er zijn schoolfactoren die er op wijzen dat de school meer spoed moet zetten achter de eerder opgegeven werkpunten. De inspectie zal toezicht houden op de effectiviteit waarmee de school verbetering aanbrengt die dergelijke ontsporingen moet voorkomen.
Onderwijsminister Frank Vandenbroucke geeft op basis van het verslag opdracht om de school meteen aan een grondige doorlichting te onderwerpen, waarna de gebruikelijke procedure loopt.
Minister vandenbroucke over het voorval zelf: “Ik heb de beelden al enkele keren gezien, maar word er nog steeds ziek van. Het is natuurlijk in eerste instantie verschrikkelijk voor de jongen, zijn familie en medeleerlingen. Maar het werpt ook een smet op het schitterende werk dat duizenden leerkrachten buitengewoon onderwijs leveren in vaak heel moeilijke omstandigheden. De moeilijkheidsgraad van het werk in deze scholen mag echt niet onderschat worden.”
Hoe volgt de overheid het schoolbeleid op?