Decreet over inspectie Franstalige scholen in Vlaanderen
Persbericht Kabinet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd,
Gelijke Kansen en Brussel
22 oktober 2009
Gisteren heeft het Vlaams Parlement het voorstel van decreet betreffende de
interpretatie van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 goedgekeurd.
Dat interpretatief decreet moet een einde maken aan de onduidelijkheid over de
vraag welke overheid bevoegd is voor de Franstalige scholen in Vlaanderen.
Concreet gaat het om de vraag of de Vlaamse onderwijsinspectie bevoegd is om
bijvoorbeeld de Franstalige gemeenteschool van Sint-Genesius-Rode te
inspecteren. De stelling van de Vlaamse Gemeenschap, die deze scholen
subsidieert, is altijd geweest dat het decreet Basisonderwijs van 1997 op hen
van toepassing is. Dus dat de Vlaamse onderwijsinspectie bevoegd is, dat die
scholen de Vlaamse eindtermen moeten bereiken en dat die scholen moeten
aangesloten zijn bij een door de Vlaamse Gemeenschap erkend Centrum voor
Leerlingenbegeleiding. De Franse Gemeenschap is van oordeel dat die scholen de
eindtermen van de Franse Gemeenschap moeten volgen, dat hun onderwijsinspectie
bevoegd is en dat deze scholen zich bij een Franstalig CLB mogen aansluiten.
De enige manier om in deze kwestie duidelijkheid te brengen is het stemmen
van een interpretatief decreet. Een dergelijk decreet legt uit hoe een ander
decreet (hier dus het decreet Basisonderwijs van 1997) moet geïnterpreteerd
worden. Nadat het interpretatief decreet in maart 2007 werd ingediend in het
Vlaams Parlement werd in december 2007 een belangenconflict ingeroepen door de
Franse Gemeenschapsraad. Het overlegcomité kon in juni 2008 geen oplossing
vinden. Er werd dan in juni 2008 een nieuw belangenconflict ingeroepen door de
Franse Gemeenschapscommissie in Brussel. In januari 2009 werd geen oplossing
gevonden door het overlegcomité. Prompt werd een nieuw belangenconflict
ingeroepen, nu door het Waals parlement. In juli 2009 werd opnieuw geen
oplossing gevonden in het overlegcomité en werd het probleem voorgelegd aan de
Raad van State. De Raad van State achtte de vraag van het overlegcomité
onontvankelijk en heeft dus geen oplossing aangereikt. Na de stemming van het
interpretatief decreet hebben de Franstaligen de mogelijkheid het decreet te
betwisten voor het Grondwettelijk Hof. Indien de Franstalige Gemeenschap de
Vlaamse stelling blijft betwisten, heb ik er geen probleem mee dat zij effectief
naar het Grondwettelijk Hof stappen omdat het Hof de enige instantie is die
definitief kan oordelen over de vraag welke overheid bevoegd is voor die
scholen.
Pascal Smet: “Na de publicatie van het interpretatief decreet in het Staatsblad zal ik de betrokken scholen een brief sturen om hun (opnieuw) uit te nodigen leerplannen in te dienen bij de Vlaamse onderwijsinspectie. Die leerplannen moeten aangeven hoe de scholen de Vlaamse eindtermen (minimumdoelen) zullen bereiken met hun leerlingen. Uiteraard geven die scholen in het Frans les en dat zal zo blijven. Ook het pedagogisch project kan uiteraard verder bepaald worden door het schoolbestuur. Ik zal de scholen ook uitnodigen een begeleidingscontract af te sluiten met een door ons erkend CLB en de Vlaamse Onderwijsinspectie toe te laten in de scholen.
Pascal Smet: “Ik wil onderlijnen dat de stemming van het interpretatief Decreet geen vijandige bedoelingen heeft en roep de Franstalige politici op deze stemming niet te dramatiseren. Ik ben bereid samen met mijn Franstalige collega minister Marie-Dominique Simonet na te gaan hoe de overgang voor die scholen in alle redelijkheid geregeld kan worden.”